Wintertips
Bereid uw auto tijdig en goed voor:1. | Zorg dat u voldoende winterspullen in huis hebt. Denk hierbij aan een ruitenkrabber, wisser, dakhoes, e.d. Controleer de bandenspanning en profieldiepte, de juiste spanning vind u in het instructieboekje van uw auto. Daarnaast hangt er bij de meeste apparaten bij tankstations een lijst met bandenspanningen. |
2. | Zorg voor schone koplampen en achterlichten. |
3. | Gun uw auto een (winter)beurt. |
4. | Laat winterbanden monteren. |
Eerst krabben, dan starten:
1. | Voorkom bevroren ruiten door een dakhoes. |
2. | Eerst krabben, dan pas de motor starten. |
3. | Zet de ventilator op de hoogste stand, de kachel op de warmste stand en gericht op de voorruit. |
4. | Rij direct na het starten rustig weg. |
5. | Gebruik een schone wisser of een doekje. |
Rij veilig en energiebewust:
1. | Houd extra afstand in het verkeer. |
2. | Rij geleidelijk, niet abrupt remmen of versnellen. |